Jaarlijkse bokswedstrijd: BV versus Eenmanszaak
Het is weer tijd voor de jaarlijkse knokwedstrijd tussen de BV en de eenmanszaak. De vechtsportbond heeft de regeltjes weer wat aangescherpt voor dit jaar. Mede hierdoor lijkt de BV bij de bookmakers aan terrein te winnen ten opzichte van de eenmanszaak.
Let’s get ready to rumble:
In de blauwe hoek, Vanuit MinFin Den Haag, de nadelen voor de BV:
- Het DGA-loon bedraagt in 2024 minimaal € 56.000, en nog steeds minstens het loon uit een meest vergelijkbare dienstbetrekking, kortweg: wat er in de markt betaald wordt voor jouw werk in loondienst. Hoe hoger het verplichte DGA-loon, des te hoger de winst moet zijn om te spreken van een voordeel voor de BV;
- Het tarief voor dividenduitkeringen boven de € 67.000 per jaar (bij partners € 134.000) bedraagt 33%. Nu is dividend uitkeren niet verplicht, maar uiterlijk bij overlijden zal dat toch plaatsvinden, en bovendien is bij een eenmanszaak de winst na belasting ook geheel netto privé. Neem ook vooral dividenduitkeringen mee om te bepalen of het gewenste netto inkomen naast het salaris aangevuld moet worden;
- Het tarief in de VPB bedraagt 19% tot € 200.000 en 25,8% voor alles daarboven;
- De BV vraagt wat meer (€ 1.500 tot € 2.500) jaarlijkse onderhoudskosten.
In de rode hoek, vreemd genoeg vanuit dezelfde dojo, de voordelen voor de BV:
- De zelfstandigenaftrek voor de eenmanszaak bedraagt in 2024 nog maar € 3.750;
- De MKB-winstvrijstelling is gedaald naar 13,31%;
- Het tarief voor dividenduitkeringen tot € 67.000 per jaar (bij partners € 134.000) bedraagt nog maar 24,5%;
- De arbeids- en algemene heffingskortingen zijn gestegen, wat met name gunstig is voor inkomsten uit loondienst, zoals de DGA. Bij de eenmanszaken waarbij het de vraag is of een BV interessant is, is de winst vaak te hoog om nog te kunnen profiteren van de arbeids- of algemene heffingskorting.
- In de BV kun je winst achter laten. Niemand verplicht je om dividend uit te keren, wat minstens 24,5 en maximaal 33% belastingheffing in box twee scheelt, waardoor de BV meer vermogen overhoudt waarmee rendement gemaakt kan worden.
Fight:
Ronde 1: de BV haalt uit en raakt de eenmanszaak met een winst van € 150.000 met een DGA-loon van € 70.000. De BV scoort hiermee een dikke € 3.000 fiscaal voordeel ten opzichte van de eenmanszaak
Ronde 2: de eenmanszaak countert en raakt de BV met een winst van € 300.000 met een DGA loon van € 120.000. De eenmanszaak scoort € 3.000 fiscaal voordeel over de BV, en wint ronde twee.
Ronde 3: de eenmanszaak bijt zich vast in de BV met een winst van € 80.000 met een DGA loon van € 56.000, en wint opnieuw een ronde, deze keer met € 2.000.
Ronde 4: kan de BV de wedstrijd nog laten eindigen in een gelijkspel? De BV besluit de slotronde met een winst van € 100.000 en een DGA-loon van € 56.000. Daarmee scoort de BV een voordeel van € 1.100, maar nadat de eenmanszaak de accountant heeft omgekocht met € 1.500 extra boekhoudkosten voor de BV, moet de BV deze ronde toch opgeven.
U ziet het, er is geen vast bedrag waarbij je met zekerheid kunt zeggen dat de BV of de eenmanszaak fiscaal gezien de wedstrijd wint. En dan heb ik in deze bokswedstrijd nog niet eens rekening gehouden met de hoeveelheid sportdrank, trainingskosten, en energierepen die nodig zijn om te kunnen knokken. Oftewel, het gewenste netto besteedbaar inkomen. Hoe hoger dat is, des te nadeliger voor de BV. En bovendien ben ik er in deze wedstrijd vanuit gegaan dat de BV telkens een ultieme krachtsinspanning levert, zelfs als dat niet nodig is. Lees: al het dividend is in rondes 1 tot en met 4 uitgekeerd, ook als daar privé geen behoefte aan was. Hoe meer dividend niet uitgekeerd wordt, des te gunstiger voor de BV.
Game over:
Opvallend dit jaar is dat de BV juist bij lagere winsten al eerder voordeliger wordt dan de eenmanszaak, terwijl de eenmanszaak bij hogere winsten juist een duidelijk voordeel lijkt te hebben. Er zit in elk geval een duidelijke ondergrens en bovengrens aan de keuze voor de BV. Let wel, die grenzen zijn nog steeds van ondernemer tot ondernemer verschillend.
Next match:
Kijken we vooruit naar de wedstrijd van volgend jaar, dan zien we bij de bookmakers nog steeds een stijgende voorkeur voor de BV vanwege de aanstaande nieuwe spelregels (o.a. uit het hoofdlijnenakkoord):
- De invoering van de verplichte basisverzekering arbeidsongeschiktheid voor ondernemers met een eenmanszaak of VOF (dus niet de DGA);
- Verdere verlaging van de zelfstandigenaftrek naar € 2.470 in 2025 (met als einddoel € 900 in 2027);
- De MKB winstvrijstelling wordt verder verlaagd, in eerste instantie naar 12,7% in 2025;
- Hoge tarief in box 2 wordt verlaagd van 33% naar 31%;
Waar dus de wedstrijd van 2024 laat zien dat de kaders wat verzet zijn (eerder BV voordeliger, maar ook eerder een bovengrens), zal naar verwachting de BV vanaf volgend jaar aan terrein winnen.
Maar boven alles geldt nog steeds, dat u zich goed moet laten voorlichten voordat u uw weddenschap bij de bookmaker plaatst.